Decennium (Score)

Score only

0 Full Score A3 - 1 Full Score - 1 Piccolo - 8 Flute - 2 Oboe - 2 Bassoon - 1 Clarinet Eb - 5 Clarinet I - 5 Clarinet II - 5 Clarinet III - 1 Alto Clarinet Eb - 1 Bass Clarinet - 2 Alto Saxophone I - 2 Alto Saxophone II - 2 Tenor Saxophone - 1 Baritone Saxophone - 3 Trumpet I - 3 Trumpet II - 3 Trumpet III - 2 Horn I + II Eb - 2 Horn I + II F - 2 Horn III + IV Eb - 2 Horn III + IV F - 2 Trombone I C - 1 Trombone I Bb (TC) - 1 Trombone I Bb (BC) - 2 Trombone II C - 1 Trombone II Bb (TC) - 1 Trombone II Bb (BC) - 2 Trombone III C - 1 Trombone III Bb (TC) - 1 Trombone III Bb (BC) - 2 Baritone C - 2 Baritone Bb (BC) - 4 Baritone Bb (TC) - 2 Bas Bb (TC) - 2 Bas Bb (BC) - 2 Bas Eb (TC) - 2 Bas Eb (BC) - 4 Tuba C - 1 Percussion I - 1 Percussion II - 1 Percussion III - 1 Mallets - 1 Timpani

Decennium werd in 2003 gecomponeerd in opdracht van de gemeente Bernheze bij gelegenheid van haar 10-jarig bestaan. Het werk beschrijft de geschiedenis van deze Brabantse gemeente, die bestaat uit 6 verschillende plaatsen: Heesch, Heeswijk, Dinther, Nistelrode, Loosbroek en Vorstenbosch. De compositie begint met een langzame inleiding, Adagio Misterioso. Dit beschrijft de sfeer uit lang vervlogen tijden toen het gebied nog vooral bestond uit moerassen, vennen en laag bos. (Het woord 'Bern' komt voor als synoniem van 'Born' dat bron of water betekent, maar kan ook teruggaan op 'Birnu' ofwel modder. 'Hese' is afgeleid van 'Haisjo' dat staat voor kreupelhout of bos). Boven de duistere klanken horen we in de verte trompetsignalen die de middeleeuwen aankondigen. Na een indringend crescendo klinken de trompetten nu feestelijk en voluit. Hierna volgt een Middeleeuwse dans zoals die geklonken zou kunnen hebben op kasteel Heeswijk. Deze dans krijgt een steeds opzwepender karakter en ontaardt in een vrolijke volksdans die eindigt in schaterend gelach, weergegeven door dalende chromatiek in gedempte trombones en trompetten. Een langzame overgang, waarin een citaat van een gregoriaans gezang (Domine Deus) en klokken, verwijzend naar de Abdij van Berne, brengt ons tot een romantisch Larghetto. Dit gedeelte beschrijft het rustige, landelijke leven in de prachtige natuur. Tijdens de laatste, wegstervende toon verschijnt een dreigend ostinato: de opkomst van de industrialisatie die op veel verzet stuitte bij de bevolking. We horen nogmaals het Domine Deus, maar nu veel krachtiger. Als het verzet tot rust komt, besluit het werk met een Alla Marcia. De eerste tonen van het hoofdthema hebben de gehele compositie door geklonken maar is nu eindelijk in zijn geheel te horen: De nieuwe gemeente is een feit. Een feestelijk slot verwijst zowel naar het 10-jarig bestaansfeest als naar het optimisme en vertrouwen voor de toekomst.