De Russisch-Oekraïense componist Dmytro Stepanovitsj Bortnjansky (1751 - 1825) – ook Dmitri Stepanowitsch Bortnjanski of Dmitry Stepanovich Bortniansky – was één van de voornaamste componisten van (Russisch-) orthodoxe kerkmuziek. Zijn zeer uitgebreide oeuvre, dat onder leiding van P. I. Tsjaikovski in zijn geheel gepubliceerd werd, is één van de hoogtepunten van de orthodoxe koorliteratuur.
Bladmuziek van Bortnjansky en meer informatie over zijn werk en zijn leven vind je hier!
Dmytro Stepanovitsj Bortnjansky groeide aanvankelijk op in Oekraïne, maar werd reeds op zevenjarige leeftijd lid van het hofkoor van Sint Petersburg. Hij zong daar niet alleen religieuze werken, maar nam ook deel aan uitvoeringen van Italiaanse opera’s, waarbij hij, zoals het in die tijd gebruikelijk was, vooral vrouwenrollen zong.
Van 1769 tot 1779 verbleef Bortnjansky in Italië, waar hij de kans kreeg zich verder in opera en polyfonie te verdiepen. Hier ontwikkelde hij zijn typische compositiestijl, waarin hij Italiaanse melodie, westerse polyfone stijl en Russische traditionele elementen combineerde. Hij componeerde tijdens zijn tijd in Italië ook drie succesvolle opera’s.
Na zijn terugkeer naar Rusland benoemde tsaar Paul I Bortnjansky tot directeur van het tsaristische hofkoor in St. Petersburg, dat onder zijn leiding uitgroeide tot een topensemble.
Het grootste deel van zijn oeuvre bestaat uit religieuze koorcomposities (meer dan 100 motetten, cantates en andere liturgische werken). Zijn religieuze muziek werd pas in 1882 (50 jaar na zijn dood) in een complete editie uitgebracht die uitgegeven werd door P. I. Tsjaikovski. Naast religieuze muziek componeerde Bortnjansky ook opera’s, kamermuziek en pianosonates.