Hasse componeerde meer dan 60 opera’s, ongeveer twee per jaar. Hij onderscheidde zich als de meest waardige vertolker van de poëzie van Pietro Metastasio. Wat opera betreft behoort zijn werk Piramo e Tisbe (Wenen, november 1768), een tragisch intermezzo in twee akten, naar het libretto van Marco Coltelli tot zijn meest gewaardeerde werken. Er zijn slechts drie solisten, die niet door een basso continuo worden begeleid, maar door het gehele orkest, net als in de werken van de toen populaire Gluck. Verder componeerde hij elf oratoria, 17 cembalosonaten en kerkmuziek, zoals missen, psalmen, motetten, hymnen en litanieën; ten slotte talrijke concerten, trio- en solosonates en ca. 80 fluitsonates voor Frederik de Grote.