Langgaard was de enige zoon van de pianisten Siegfried Langgaard (1852–1914) en Emma Foss (1861-1926). Op zijn vijfde jaar begonnen zij hem pianoles te geven en twee jaar later kon hij Schumanns Davidsbündlertänze en mazurka’s van Chopin ten gehore brengen. Ook componeerde hij toen al korte pianostukjes. Als tienjarige kreeg hij les in orgel van Gustav Helsted en viool van Christian Petersen.
Zijn eerste publieke optreden als organist vond plaats toen hij elf jaar was en kort daarna begon hij muziektheorie te studeren bij C.F.E. Horneman. Later werd hij student van Vilhelm Rosenberg en ook studeerde hij korte tijd contrapunt bij Carl Nielsen. Als veertienjarige debuteerde hij als componist op een concert in Kopenhagen met het koorwerk Musae triumphantes. In de jaren die volgden ontwikkelde hij zijn compositorische vaardigheden verder. Zijn ouders lieten hem kennismaken met het Europese muziekleven en hij ontmoette de dirigenten Arthur Nikisch en Max Fiedler, van wie de laatstgenoemde in 1913 met groot succes zijn symfonie nr. 1 Klippepastoraler dirigeerde bij de Berliner Philharmoniker.
Vanaf zijn achttiende jaar was Langgaard assistent-organist bij twee kerken in Kopenhagen, maar pogingen om tot vaste organist te worden benoemd hadden geen succes. Door zijn excentrieke karakter en zijn vaak grillige muziek bleef hij in het behoudende Deense muziekleven een geïsoleerde figuur. Wel werd hem sinds zijn dertigste een staatsstipendium toegekend, maar pas in 1939 kreeg hij een vaste aanstelling als organist van de domkerk van Ribe in Jutland. Daar overleed hij kort voor zijn 59e verjaardag, in 1952. De erkenning als componist zou nog tientallen jaren op zich laten wachten.
voor: 2 violen, altviool, cello (strijkkwartet)
Partituur
Artikelnr.: 1351849
Lille Kvartet
voor: Koperblazers ensemble
Partituur
Artikelnr.: 1672526
Small Quartet
voor: 2 Pistons (bes), 2 trombones
Partijenset
Artikelnr.: 838471
voor: Zangstem, piano
Bladmuziek
Artikelnr.: 1645086