Tsjechische componisten – Classicisme – Bladmuziek

Tsjechië werd gedurende de tweede helft van de 18e eeuw min of meer het “conservatorium van Europa” en droeg in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van de klassieke muziek in de verschillende muzikale centra van West-Europa. Bekijk hier bladmuziek van alle Tsjechische componisten uit het classicisme en lees met één klik verder over de muziekgeschiedenis van Tsjechië.

In de tweede helft van de 18e eeuw bevond Bohemen zich in een bijzondere situatie: dankzij de hervorming van het onderwijssysteem steeg de algemene muzikaliteit binnen de bevolking, maar tegelijkertijd ook de druk op de Tsjechisch sprekende bevolking om te germaniseren. Daarnaast was de sociaal-economische situatie van Tsjechië dusdanig slecht dat veel musici hun heil zochten in het buitenland.

Mannheimer Schule

De “Mannheimer Schule” (Mannheimer school) is een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van de klassieke muziek. De grondlegger van deze stroming was de Tsjechische componist Jan Václav Stamic (Johann Wenzel Stamitz). Zijn zoon Antonín Stamic (Anton Stamitz) vertegenwoordigde de derde generatie binnen de Mannheimer Schule. De “Mannheimer Schule” introduceerde allerlei nieuwe elementen binnen muzikale vormen, dynamiek en instrumentatie. Zonder deze vernieuwingen zouden de werken van Mozart en Beethoven er waarschijnlijk heel anders uit hebben gezien.

Emigratie naar Pruisen

Veel muzikanten trokken naar het muziekminnende Pruisen. De familie Benda emigreerde gedurende de 18e eeuw bijna volledig naar Pruisen en vond daar een nieuw thuis. Bekende componisten uit deze familie zijn onder meer František Benda (Franz Benda) en Jiří Antonín Benda (Georg Anton Benda).

Emigratie naar Wenen

Wenen bood als hoofdstad van een multinationale monarchie altijd al veel werkgelegenheid voor musici. Een groot deel van de emigrerende musici trok daarom naar Wenen. Belangrijke Tsjechische componisten in Wenen waren onder andere Leopold Koželuh, die Mozart opvolgde als hofcomponist aan het keizerlijke hof, en Jan Václav Hugo Voříšek, aan wiens grote talent helaas reeds op 34-jarige leeftijd een einde kwam.

Emigratie naar Italië

Josef Mysliveček maakte Italië tot zijn thuis. Hij werd door zijn operacomposities zo beroemd dat hij in Italië ’Il divino Boemo’ werd genoemd. Naast 26 opera’s omvat zijn rijke oeuvre talrijke oratoria, cantates, symfonieën en kamermuziekwerken.

Componisten die in Tsjechië bleven

Het belang van de muziek in het kader van de nationale bewustwording in de Tsjechische republiek werd er ondanks de moeilijke omstandigheden zeker niet minder om. Dat de nationale taalkundige en culturele identiteit van de Tsjechen bewaard is gebleven, is vooral te danken aan cantors in de landelijke gebieden, die ondanks druk van de autoriteiten in het Tsjechisch bleven lesgeven. Belangrijke vertegenwoordigers van het culturele leven in Tsjechië waren onder meer de componisten Jakub Jan Ryba, František Xaver Dušek en Josef Ferdinand Norbert Seger.

Meer interessante links:

• Classicisme (1750–1827) – Bladmuziek
• Muziek uit Tsjechië – Bladmuziek
• Tsjechische barokcomponisten
• Tsjechische romantische componisten